Tessalonicenzen: inleiding
Eerste brief
1 Tessalonicenzen 1, 1-5b: Groet aan de Tessalonicenzen
1 Tessalonicenzen 1, 1-5.8b-10: Aan de christenen van Tessalonica
1 Tessalonicenzen 1, 5c-10: Het woord van de Heer
1 Tessalonicenzen 2, 1-8: Paulus en de Tessalonicenzen
1 Tessalonicenzen 2, 7b-9.13: Paulus in Tessalonica
1 Tessalonicenzen 2, 9-13: Verkondiging van het evangelie
1 Tessalonicenzen 3, 7-13: Paulus dankt God
1 Tessalonicenzen 3, 12 - 4, 2: Onberispelijk en heilig leven
1 Tessalonicenzen 4, 1-8: Liefdevol leven
1 Tessalonicenzen 4, 9-12: Eerlijke arbeid
1 Tessalonicenzen 4, 13-18: Doden en levenden bij de komst van Jezus
1 Tessalonicenzen 5, 1-6: Blijf wakker
1 Tessalonicenzen 5, 1-6.9-11: Kinderen van het licht
1 Tessalonicenzen 5, 16-24: Doof het vuur niet uit
Tweede brief
2 Tessalonicenzen 1, 1-5.11b-12: Dank God voor jullie
2 Tessalonicenzen 1, 11-2, 2: Panikeer niet
2 Tessalonicenzen 2, 1-3a.14-17: Jezus komt terug
2 Tessalonicenzen 2, 16-3, 5: De liefde van de Heer
2 Tessalonicenzen 3, 7-12: Je eigen brood verdienen
2 Tessalonicenzen 3, 6-10.16-18: Wie niet wil werken, zal niet eten