Het boek Exodus: inleiding
Exodus 1,1 - 2, 10: De geboorte van Mozes
Exodus 1, 8-14.22: De Hebreeën worden onderdrukt
Exodus 2, 1-15a: Mozes
Exodus 2, 11-22: Mozes komt op voor zijn volk
Exodus 3, 1-8a.13-15: De roeping van Mozes
Exodus 3, 1-6.9-12: God roept Mozes
Exodus 3, 13-20: God laat zich kennen
Exodus 7-11: De tien plagen
Exodus 11, 10-12, 14: Laatste maaltijd in Egypte
Exodus 12, 1-8. 11-14: De eerste pesachmaaltijd
Exodus 12, 37-42: Ongedesemd brood
Exodus 14, 5-18: De farao blijft onverzettelijk
Exodus 14, 15-15,1: Doortocht door de Rode Zee
Exodus 14, 21-15, 1: God redt zijn volk
Exodus 15, 1-6: Het lied van Mozes I
Exodus 15, 1-18: Het lied van Mozes
Exodus 15, 8-10.12.17: Het lied van Mozes II
Exodus 15, 19-21: Mirjam zingt
Exodus 16, 1-5.9-15: Eten in de woestijn
Exodus 16, 2-4.12-15: Manna, hemels brood
Exodus 17, 3-7: Water uit een rots
Exodus 17, 8-13: Mozes bidt
Exodus 19, 2-6a: God verschijnt
Exodus 19, 3-8a.16-20b:God spreekt
Exodus 19, 1-2.9-11.16-20: God komt op de berg
Exodus 20, 1-17: Woorden om van te leven
Exodus 22, 20-26: Zo spreekt God
Exodus 23, 20-23a: Mijn engel zal jullie beschermen|
Exodus 24, 3-8: De sluiting van het verbond
Exodus 26: De tabernakel
Exodus 28, 1-40: De kleding van een priester
Exodus 32, 7-14: Het gebed van Mozes
Exodus 32, 7-11.13-14: Het gouden kalf
Exodus 32, 15-24.30-34: Een stierenbeeld van goud
Exodus 33, 7-11a . 34, 5b-9.28: De tent van de samenkomst
Exodus 33, 18-23: Mozes ‘ziet’ God
Exodus 34, 4b-6. 34, 8-9 God komt bij Mozes
Exodus 34, 29-35: Het gezicht van Mozes straalt
Exodus 40, 16-21.34-38: Mozes bouwt de tent van de samenkomst