aan de christenen van Efeze

De vetgedrukte referenties betreffen teksten,
die in de zondagsliturgie aan bod komen.




Efeziërs 1, 3-14: Verzegeld met de Heilige Geest
Efeziërs 1, 1-10: Een lied voor God
Efeziërs 1, 3-6.11-12: Kinderen van God
Efeziërs 1, 11-14: De grootheid van God
Efeziërs 1, 15-23: Gebed van Paulus
Efeziërs 1, 17-23: De grote kracht van God

Efeziërs 2, 1-10: Gered uit de dood
Efeziërs 2, 4-10: De goedheid van God
Efeziërs 2, 12-22: Jezus, de sluitsteen
Efeziërs 2, 13-18: Jezus is onze vrede
Efeziërs 2, 19-22: Het fundament van de apostelen

Efeziërs 3, 2-3.5-6: Mede-erfgenamen
Efeziërs 3, 2-12: Hetzelfde lichaam
Efeziërs 3, 8-12.14-19: Wat God voor ogen heeft
Efeziërs 3, 14-21: Gebed van Paulus

Efeziërs 4, 1-6: De eenheid van de Geest
Efeziërs 4, 1-13: Eenheid in verscheidenheid
Efeziërs 4, 1-7.11-13: God roept
Efeziërs 4, 7-16: Veel soorten geschenken
Efeziërs 4, 17.20-24: De nieuwe mens
Efeziërs 4, 30-5,2: Het zegel van de Heilige Geest

Efeziërs 4, 32 – 5, 8: Leven in het licht
Efeziërs 5, 8-14: Kinderen van het licht
Efeziërs 5, 15-20: Zing voor de Heer
Efeziërs 5, 21-32: De ander beminnen als zichzelf

Efeziërs 6, 1-9: Richtlijnen
Efeziërs 6, 10-20: Vecht tegen het kwaad