Wie was hij?
Een bewoner van Jeruzalem
Van Jesaja (= JHWH heeft gered) als persoon weet men heel weinig. Zo kent men zijn geboorteplaats niet en weet men ook niet wat zijn beroep was.
Hij leefde in Jeruzalem rond 735 voor Christus.
Hij was de zoon van Amos en was getrouwd. In de Bijbel staat dat zijn vrouw een profetes was (Jesaja 8, 3). Het koppel had zeker twee zonen. Hun namen staan in het boek Jesaja en hebben een betekenis:
. Sear-Jasub ('Rest terug / Een rest keert terug) - Jesaja 7, 3)
Deze naam kan zowel dreigend als hoopvol bedoeld zijn: 'slechts een rest' of 'toch een rest'. Ook 'terugkeren' kan op twee manieren gelezen worden: 'ontsnappen aan de catastrofe' of 'zich bekeren'.
. Maher-Salal Chas-Bas (Haastige-roof buit-nabij)
Beide namen kunnen gelezen worden als de samenvatting van wat Jesaja te zeggen had: hij voorspelde de verovering en verwoesting van Jeruzalem, maar zag ook hoop voor de tijd daarna.
Volgens een joodse traditie stierf Jesaja de marteldood tijdens de regering van koning Manasse (693-639).
Een profeet
Een profeet kan men het best omschrijven als de woordvoerder van God, iemand die spreekt namens God en alles met de 'ogen van God' bekijkt. Lees meer
Jesaja werd profeet in het jaar dat koning Uzzia stierf (740 voor Christus) en bleef dat tot rond het jaar 700. Men weet niet of hij als profeet nog een beroep uitoefende.
Men vermoedt dat hij als profeet een groep leerlingen rond zich had, die zijn woorden bewaarden en ook aanvulden en aanpasten.
Een aristocraat
Uit zijn manier van spreken maakt men op dat Jesaja een stedeling was uit een aanzienlijke familie van Jeruzalem. Hij was zeer ontwikkeld en beschaafd, een raadsman en vriend van koningen. (2 Koningen 19-20) Sommigen denken zelfs dat hij van koninklijke afkomst was, maar geen enkele betrouwbare bron bevestigt dit.
Hij was een groot dichter, een bekwaam politicus en een profeet met grote invloed op zijn tijd. Hij trad op in Juda en Jeruzalem (740 - 698) onder de koningen Jotam, Achaz en Hizkia.
Zijn tijd
De koningen van Damascus (Resin) en Samaria (Pekach) zetten Achaz, de koning van Jeruzalem, onder zware druk om een coalitie te vormen tegen Assyrië (Tiglat Pileser), de wereldmacht van die tijd. Maar Achaz weigerde daarop in te gaan. Zo kwam het dat de koningen Resin en Pekach tegen Jeruzalem optrokken en het belegerden.
Jesaja bleef koning Achaz zeggen dat hij moest vertrouwen op God en niet op coalities met andere staten.
Zijn woorden
Jesaja leefde in een tijd waarin zowel de invallen van de Assyriërs als de opkomende stadscultuur, de harmonie van de boerenbevolking verstoorde en sterke tegenstellingen schiep tussen rijk en arm. Een tijd van welvaart en uitbuiting, van diepgewortelde maar ook verkalkte godsdienstigheid.
Wat Jesaja zei, was gebaseerd op zijn geloof dat God groot en machtig is en de geschiedenis beheerst. Daarom vond hij dat men de vijand niet mocht vrezen en alleen op God kon vertrouwen. Elke coalitie was volgens hem een teken van gebrek aan vertrouwen in God en van afvalligheid.
Jesaja liet zich niet alleen in met de grote politiek, ook het gewone leven trok zijn aandacht: hij verzette zich tegen elke vorm van sociaal onrecht, tegen de verdrukking van de armen, tegen omkoperij en onrechtvaardige uitspraken, tegen het opkomend grootgrondbezit, dat leidde tot uitbuiting van de zwakken. Want als God zijn volk beschermt, vraagt Hij op zijn beurt dat dit volk zich 'heilig' gedraagt.
Jesaja reageerde ook tegen een eredienst die een lippendienst geworden was: woorden zonder daden. God is niet gunstig te stemmen met offers en gebeden als men in het dagelijks leven onrechtvaardig is en de zwakken verdrukt.
Het boek Jesaja
Verschillende schrijvers
Dé schrijver van het boek Jesaja bestaat niet. Op dit ogenblik splitst men het boek Jesaja in drie delen die elk door één of zelfs meer profeten geschreven werden.
De profeet Jesaja die zijn naam aan het boek gaf, was zo invloedrijk dat twee eeuwen na zijn leven, andere profeten zich op hem beriepen en hun teksten toevoegden aan die van hem. Zo is het boek Jesaja eerder een verzameling van teksten, dan dat het een eenheid is.
Men dateert - vereenvoudigd! - het boek Jesaja in drie verschillende periodes:
750-700: DEEL 1 (Proto-Jesaja)
De eerste 39 hoofdstukken van het boek Jesaja (Jesaja 1-39) zouden gedeeltelijk het werk zijn van de profeet Jesaja zelf (Jesaja van Jeruzalem), want sommige van zijn teksten lijken later sterk bijgewerkt.
Dit deel wordt gesitueerd voor de Babylonische ballingschap. De profeet Jesaja roept op tot bekering en waarschuwt voor de ballingschap.
550-540: DEEL 2 (Deutero-Jesaja)
De volgende 16 hoofdstukken (Jesaja 40-55) zouden geschreven zijn door een onbekende profeet die leefde in de tijd dat Babylonië Israël onderwierp (6e eeuw). Een deel van de bevolking werd naar Babylonië in ballingschap gedeporteerd. Die profeet kondigt de bevrijding uit die ballingschap aan. Hij spreekt over de terugkeer naar Israël als over een tweede exodus. Hij schrijft over God als de Redder, de Bevrijder, die de ellende van zijn volk heeft gezien en hen terug naar Israël zal brengen.
De schrijver wil dus troosten, perspectief bieden.
5e eeuw voor Christus of later: DEEL 3 (Trito-Jesaja)
De 11 laatste hoofdstukken (Jesaja 56-66) bundelen teksten van onbekende profeten uit de tijd na de ballingschap. De kleine groep ballingen die naar Israël is teruggekeerd, treft een land aan in puin. De materiële heropbouw verloopt moeizaam, het samenleven met de Judeërs die achtergebleven is erg moeilijk. De verwijzingen naar brand- en slachtoffers in het huis van God, veronderstellen een tempel die functioneert.
Relatie met het Nieuwe Testament
Het boek Jesaja wordt ook wel eens een 'proto-evangelie' genoemd omdat de evangelies citeren vaak uit het boek Jesaja citeren.
De woorden over de Messias, zagen de eerste christenen gerealiseerd in Jezus van Nazaret, die ze de Christus (= Messias) zijn gaan noemen. Jesaja bleek hun dé taal te geven om over Jezus te spreken.
De tekst van Jesaja: 'Een os kent zijn eigenaar, een ezel de krib van zijn meester; maar Israël weet van niets; mijn volk heeft geen begrip.’ (Jesaja 1, 3) werd later de aanleiding om een os en een ezel te plaatsen in de kerststal.
De tekst over de 'lijdende dienaar' kleurde heel sterk de lijdensverhalen van Jezus.
De boekrollen van de Dode Zee
In 1947 werden in de grotten van Qumran (aan de rand van de Dode Zee) de handgeschreven boeken van de bibliotheek van de Essenen gevonden. Die hadden ze in grotten verborgen om tegen de invallende Romeinen te beschermen.
Eén van die handschriften bevat de 66 hoofdstukken van het boek Jesaja. Opvallend is dat die tekst maar in geringe mate afwijkt van het tot dan toe oudst bekende handschrift van het boek Jesaja, dat ruim 1000 jaar later werd geschreven.
Jesaja en kunst
MICHELANGELO
Jesaja (1508-1512)
Werk van Michelangelo Buonarroti (1475 – 1564).
J. TISSOT
De profeet Jesaja (ca 1888)
Werk van James Tissot (1836 - 1902).
Suggestie
Grote kinderen
SPELENDERWIJS
Zoeken naar de naam van een profeet
(Bron: ‘debijbel.nl/Bijbel Basics, Jesaja 9, 1-6, 13 december 2020, p. 9)
- Vraag de kinderen of ze al wat Engels kennen.
Wat zeggen de Engelsen als ze ‘ja’ zeggen?
Of anders:
weten de kinderen wat in het Engels het tegenovergestelde is van ‘no’?
- Kies één van de volgende vragen:
• Wat zeg je bij de dokter als hij in je keel wil kijken?
• Wat is de eerste letter van het alfabet?
• Als er een kind in de groep is met een naam met de letter A als beginletter: Wat is de eerste letter van zijn of haar naam?
- Wat is het tegenovergestelde van ‘nee’? Of anders:
nee en …
Antwoorden: JES-A-JA.
Oplossing: Jesaja.
Jesaja in 'bijbelin1000seconden.be'
Jesaja 1, 10.16-20: Rood kan wit worden
Jesaja 1, 11-17: Ik heb genoeg van jullie offers
Jesaja 2, 1-5: De berg van de Heer
Jesaja 5, 1-7: Het lied van de wijngaard
Jesaja 6, 1-2a.3-8: De roeping van Jesaja
Jesaja 7, 1-9: Vrees niet
Jesaja 7, 10-14: Immanuel
Jesaja 8, 23b-9,3: Een stralend licht
Jesaja 9, 1-3.5-6: Koning van de vrede
Jesaja 10, 5-7.13-16: De koning van Assyrië
Jesaja 11, 1-10: De vrede van de Messias
Jesaja 12, 1-6: Danklied
Jesaja 22, 19-23: Eljakim krijgt de 'sleutel'positie
Jesaja 25, 6-10a: Een maaltijd voor alle volken
Jesaja 25, 6a.7-9: De dood wordt voor altijd vernietigd
Jesaja 26, 1-6: God, de eeuwige rots
Jesaja 26, 7-9.12.16-19: Zoals dauw die leven geeft
Jesaja 29, 17-24: Een betere toekomst
Jesaja 30, 19-21.23-26: God zal goed zijn voor jullie
Jesaja 35, 1-6a.10: Vrij!
Jesaja 35, 4-7a: Nieuw leven in de woestijn
Jesaja 38, 1-6.21-22.7.8: Hizkia geneest
Jesaja 38, 10-12.16: Gebed van Hizkia bij zijn herstel
Jesaja 40, 1-5.9-11: Maak een weg
Jesaja 40, 1-11: Terug!
Jesaja 40, 25-31: Nieuwe kracht
Jesaja 41, 13-20: Nieuw leven
Jesaja 42, 1-4.6-7: Dit is mijn Dienaar
Jesaja 42, 1-7: Taak van de Dienaar
Jesaja 43, 16-21: Ik zal iets nieuws beginnen
Jesaja 43, 18-19.21-22.24b-25: Ik zal je fouten uitwissen
Jesaja 45, 1.4-6: Met Cyrus wordt alles anders
Jesaja 45, 6b-8.18.21b-25: God, die alles geschapen heeft
Jesaja 48, 17-19: Het eerste plan van God
Jesaja 49, 1-6: Jij bent mijn dienaar
Jesaja 49, 3.5-6: Licht voor alle mensen
Jesaja 49, 8-15: God is jullie niet vergeten
Jesaja 49, 14-15: Ik vergeet je nooit
Jesaja 50, 4-7: God zal zijn dienaar helpen
Jesaja 50, 4-9a: God zal me helpen
Jesaja 50, 5-9a: God helpt
Jesaja 52, 7-10: De vreugdebode
Jesaja 52, 13 - 53, 12: Als een schaap naar de slachtbank
Jesaja 53, 10-11: De rechtvaardige dienaar
Jesaja 54, 1-10: God is trouw aan Jeruzalem
Jesaja 54, 5-14: Eeuwige vrede
Jesaja 55, 1-2: Water voor wie dorst heeft
Jesaja 55, 1-11: Woorden die vrucht dragen
Jesaja 55, 6-9: De andere wegen van God
Jesaja 55, 10-11: Over de woorden van God
Jesaja 56, 1-3a.6-8: Huis van God
Jesaja 56, 1.6-7: Huis van gebed voor alle volken
Jesaja 58, 1-9a: Wat God wil
Jesaja 58, 7-10: God spreekt over vasten
Jesaja 58, 9b-14: Laat licht de duisternis verdwijnen
Jesaja 60, 1-6: Het licht van Jeruzalem
Jesaja 61, 1-2a.10-11: Wees blij
Jesaja 61, 9-11: God maakt gelukkig
Jesaja 62, 1-5: Een nieuwe naam voor Jeruzalem
Jesaja 62, 11-12: De Bevrijder
Jesaja 63, 16b-17.19b; 64, 3b-8: God, onze Vader
Jesaja 65, 17-21: Een nieuwe hemel en een nieuwe aarde
Jesaja 66, 10-14c: Troosten als een moeder
Jesaja 66, 18-21: Ik verzamel alle volken